Wie smelt niet weg bij het zien van een lief veulentje? Iedereen toch. Álle veulens zijn mooi, zelfs diegene die niet zo mooi zijn! Daarom vandaag een column zonder al te veel woorden over al die mooie veulentjes van de hele wereld. Soms zijn woorden niet nodig en is het visuele genot al groot genoeg. Lees, uhhh ik bedoel kíjk en geniet. In de vorige blog van Yvonne Dijkstra, kon je lezen hoe het hoort: trailer-laden. Het paard op de trailer zetten. Het paard erin begeleiden, een paard in de trailer 'doen'. Of een paard erin rollen... Er zijn vele benamingen en ook vele visies en theorieën. En er zijn workshops, cursussen en professionele hulptroepen in te huren, want het blijft een kunst. Heeft een paard het eenmaal correct geleerd, dan loopt hij of zij er zo in. Je wijst dan naar de trailer, en hóp .. erin ! Zoals die 'stoute' merrie van ons, die altijd de trailer in dráaft, zodra de hengstenhouder haar op komt halen om op date te gaan. 'Joepiééé!' hinnikt ze enthousiast. Haar grote vriend dé Dekhengst staat op haar te wachten... Of die gekke ruin die altijd een aanloopje neemt en over de laadklep heen springt. Hij 'duikt' de trailer in. Altijd even schrikken maar hij zit er zelf totaal niet mee. Die rare wiebelplank vind hij maar niets. Maar trailerladen kan ook een nachtmerrie zijn. Zoals ons een tijdje geleden overkwam. "Op het moment dat de stang los valt, valt de hengst op zijn rug en ligt nu met zijn hoofd naar het uiteinde van de trailer en zijn benen tegen de wanden aan. Ik vermoed dat zijn nek en zijn rug zijn gebroken, evenals zijn vier benen." lees verder MEER INFO:
Door: Yvonne Dijkstra Met kippenvel op mijn armen, en tranen in mijn ogen stond ik een tijd terug in een manege in Eersel. De reden? Paarden, of beter gezegd: passie voor paarden. Niet mijn passie, ik ben geen paardenmeisje. Wanneer het mooi weer is, maak ik graag een buitenrit op ons paard. Bij kou, wind en regen ben ik Sjaak afhaak. Anders is mijn zus: vanaf dat ze kan lopen, loopt ze naar paarden toe. Ze wordt bevriend met bijna elk paard en kan volledig opgaan in het trainen van deze dieren. Haar laatste examen voor de opleiding: Instructeur Paard en Gedrag van e-quine.com, bracht ons dan ook in Eersel. “Belangrijk bij dit examen is toewerken naar verbetering van het gedrag van het paard” Staand in de kou, aan de rand van de manegebak, op veilige afstand van de jonge paarden, was ik toeschouwer van dit examen. Hiervoor moest Lydia een driejarig paard, welke nog amper op een trailer was geweest, zover krijgen dat hij bereid was de trailer op te gaan. Belangrijk bij dit examen is toewerken naar verbetering van het gedrag van het paard. Hierbij is vertrouwen tussen instructeur en paard belangrijk. En heel erg belangrijk: begrijpt de instructeur de taal van het paard? Ziet hij of zij wat het paard nodig heeft om zijn gedrag te verbeteren? Wat ik zag aan dit paard, was dat hij in zeker geen 10 paardenjaren de trailer op zou gaan! “Stallion Grey was zeer volleerd in stilstaan voor de klep, denk dat hij daar een diploma voor heeft.” Door eerst wat oefeningen in de bak te doen, raakten het paard Stallion Grey en Lydia aan elkaar gewend. Maar zodra ze richting trailer gingen, nam hij het over en bleef voor de laadklep staan. Stallion Grey was zeer volleerd in stilstaan voor de klep, ik denk dat hij daar een diploma voor heeft. Maar langzaam aan zag je zijn nieuwsgierigheid groeien en kreeg hij interesse voor dat wat Lydia hem wilde leren. Ze gaf hem het vertrouwen om verder te gaan. Tussendoor gaf ze de ontspanning die hij nodig had. Dit had effect, ineens begon hij met zijn voorvoeten te schrapen over de laadklep en dát was het moment dat ik kippenvel kreeg. Er gebeurde iets tussen Stallion Grey en Lydia waardoor hij de trailer inliep. Dat wat ik voor onmogelijk had gehouden gebeurde. Tot drie keer toe, waarbij hij haar de derde keer zonder twijfel en vol vertrouwen de trailer in volgde. “Kippenvel krijg je wanneer je diep ontzag hebt voor iets” En dat had ik op dat moment. Zelf was ik gillend weggerend bij zo’n fris jong paard, en ik was al helemaal niet met Stallion Grey in een trailer van een paar vierkante meter gaan staan. Maar dat is wat een instructeur Paard en Gedrag juist wel doet: het hertrainen van uitdagingen in het gedrag van het paard. De instructeur werkt samen met het paard toe naar verbetering. Herinner jij je nog een moment waarbij je kippenvel op je armen kreeg? Waar heb jij diep ontzag voor? Of heb jij een passie waar je zo in op kunt gaan, dat je de tijd en de wereld om je heen vergeet? Is er iets in je leven wat je altijd al graag hebt willen doen of bereiken? Ga ervoor! Voor paardencolumns heb ik een blog ingestuurd over mijn ervaring met paarden waar ik kippenvel van kreeg.
Regelmatig schrijf ik blogs en columns op mijn website. Blogs over alles wat ik in het leven met passie en gestuntel doe en meemaak. Tevens vind je hier mijn verhaal over het verlies van mijn moeder, op jonge leeftijd, aan de gevolgen van Lewy Body dementie. Verder deel ik via mijn site eenvoudige recepten die met regelmaat bij ons op tafel staan. Tot slot schrijf ik elke maand met passie over alles wat er in de natuur gebeurt in columns voor tuinfo.nl Wie ik ben? Ik ben Yvonne, getrouwd, trotse moeder van twee kinderen. Ik woon op de grens van Groningen en Friesland. Al iets meer dan veertig jaar geniet ik van elke dag. En ik hou er van om met een roze bril alles positief te bekijken! Naïef? Soms, maar zolang ik mijn roze bril op hou is dat niet erg! Eindredactie: Noortje de Kok Ooit, lang geleden, was ik een echt paardenmeisje. Paardenposters hingen aan de muur, mijn lijfblad was “De Penny” en ik dreunde zo alle paardenrassen van A tot Z op. Ik had twee verzorgpony’s en liep een krantenwijkje om 5 uur ‘s ochtends vóór schooltijd, om te sparen voor een eigen paard. Ik kende alle paarden èn de bijbehorende mensen binnen de straal van mijn fietsbereik. Oh, en mijn hamsters heette Black Beauty, Big Red, Pinto en Old Billy.
Zo’n meisje dus. Leuk om te hebben als paardenvriendin, maar hopeloos (lees: irritant) voor ieder ander. Uiteraard bracht ik mijn hele jeugd door in en rond de manege en zat ik meer op de rug van mijn verzorgpony dan achter mijn bureau boven de schoolboeken. Spijbelen was synoniem voor een lekkere bosrit, in tegenstelling tot mijn klasgenoten voor wie spijbelen betekende dat zij rondzwierven in de stad of een vette kater uitsliepen van een avondje naar de disco. Op een dag overkwam mij iets dat een beetje buiten mijn comfort-paarden-zone viel. Ik liep namelijk door de manegegang op zoek naar een bezem omdat mijn extra ijver soms opviel en omgezet werden in een gratis paardrijles. Ineens hoorde ik een beetje gekletter van een waterstraal die iets bescheidener klonk dan de giga-turbo-straal die een paard of pony produceert, op het moment dat zij gemiddeld tussen de 20 à 30 liter urine loost. Ik keek rechts van mij de stal in, waar ik net voorbij liep, en zag daar de manege-eigenaar staan. Met zijn broek op zijn schoenen en zijn tampeloerus gericht op het been van de lieve merrie Ulrieke. Hij schrok van mij en kneep z’n handeltje zo snel mogelijk af, trok zijn broek vliegensvlug omhoog en probeerde te doen alsof hij het been van de merrie inspecteerde. Nu is het zo dat niet alleen deze merrie een ontzettende lieverd was, maar de manege-eigenaar was een vriendelijke man met een uiterlijk waar George Clooney nog jaloers op zou zijn. “Oeps”, stotterde ik en wist mij geen houding te geven. De manege-eigenaar kwam de stal uit, veegde zijn hand langs zijn broek af en stond nu tegenover mij. Hij verontschuldigde zich welgemeend en legde vervolgens uit dat de merrie last van mok had. Menselijke urine, net als zeewater, hielp daar goed tegen. “Vandaar...”, zei hij. “Ohh… okay”, zei ik en ging verder met het zoeken naar de bezem. ‘s Avonds aan tafel tijdens het avondeten vertelde ik aan mijn ouders, broers en zus over de genezende werking van menselijke urine ten aanzien van hardnekkige mok op paardenbenen. Niet dat ook maar iemand geïnteresseerd was in mijn verhaal, maar ik wilde het toch even in de groep gooien. Pas toen ik begon over de leuter van de manege-eigenaar, werd het even stil. “Hoe groot?”, vroegen mijn boers. “Dié mooie man?”, vroeg mijn grote zus. Mijn ouders keken elkaar even vragend aan, tot mijn moeder vroeg of ik geschrokken was. “Echt niet. Ik heb een extra paardrijles gekregen omdat ik het gangpad heb schoongemaakt, gaaf hè?” zei ik en graaide snel een glazen schaaltje met vanillevla voor de neus van mijn broer weg, die even niet oplette. En dat was het. Mijn “me too”. Toen. Soms denk ik wel eens aan dat moment. Een manege-eigenaar die zijn gereedschap aan een 14-jarig Pennymeisje laat zien in een stille manege-gang. Hoe fout kan iets klinken als je het uit zijn context trekt... Ik wil geen afbreuk doen aan alle “serieuze” me-too-verhalen waar wel degelijk sprake is van ongewenst gedrag. Maar dit was dus duidelijk hier niet het geval. En Ulrieke? Die is inmiddels allang niet meer. Maar huis-tuin-en keukenmiddeltjes zoals het insmeren met tandpasta, knoflook, zwavel, of colloïdaal zilver kunnen ook helpen tegen mok. Dat moet die manege-eigenaar toch hebben geweten, realiseer ik mij ineens...
Dat slechte tijden ook mooie dingen op kunnen leveren, blijkt wel uit het verhaal uit Amerika van de ‘Book Women’: vrouwen die te paard bibliotheekboeken bezorgden bij mensen in geïsoleerde berggebieden in Kentucky.
The Pack Horse Library, zoals het initiatief officieel genoemd werd, was onderdeel van de Works Progress Administration (WPA) en is opgericht in 1935. De WPA was in het leven geroepen door president Roosevelt om de economische crisis van de jaren dertig mee te bezweren. Deze overheidsinstelling had als doel om mensen aan het werk te krijgen en het land weer op te bouwen. Zo bouwden ze scholen, zorgcentra en buurthuizen en legden ze wegen en parken aan. Het project van de Book Women zorgde niet alleen voor werk, maar zorgde ook dat de on- en laaggeletterdheid werd aangepakt. In de berggebieden was er nauwelijks genoeg geld om van te eten, hoe konden ze dan geld overhouden om (zoals Eleanor Roosevelt zo mooi verwoordde) “to feed their minds”. Opvallend was dat het bijna allemaal vrouwen waren die aan dit project deelnamen. De meeste mannen werden immers al ingezet in de bouw en er moest een nieuwe bron aan arbeidskrachten worden aangeboord. De vrouwen gebruikten voor het werk hun eigen paard. De WPA betaalde wel een salaris, maar veder geen onderhoudskosten voor de paarden. Ook de boeken en ander leesmateriaal (zoals kranten en tijdschriften) werden niet bekostigd, maar kwamen uit de plaatselijke bibliotheken of werden door inzamelingsacties bij elkaar gesprokkeld. Kerstkaarten werden als boekenleggers gebruikt, zodat er geen ezelsoren in de boeken kwamen en het leesmateriaal daardoor zo lang mogelijk in omloop kon blijven. Artikelen werden uitgeknipt en in plakboeken geplakt, zodat ze langer goed bleven. Een van de plakboeken is bewaard gebleven en is te zien in de FDR Presidential Library & Museum in Hyde Park, New York. Dat boek bevat recepten, iets wat erg populair was op dat moment. Het waren vaak lange dagen te paard. De boekendames reden zo’n 150 tot 200 kilometer per week op hun paard of muildier. Geen kinderachtige afstanden! Vanuit de rivierbeddingen zochten ze naar wegen omhoog, de bergen in. De plekken waar ze naartoe reden waren onherbergzaam en vergde veel behendigheid en moed van zowel ruiter als paard. Soms moesten ze ook nog stukken te voet afleggen, omdat het voor de paarden niet meer veilig was om verder te gaan. Dit deden ze voor een salaris van slechts 28 dollar per maand. Omdat nog niet iedereen in de afgelegen gebieden kon lezen, lazen de Book Women ook voor aan de mensen die dat wilden. Het ging dus niet alleen om een koeriersfunctie, maar ook om de mensen wijzer te maken en zo hun ontwikkeling te stimuleren. Het was voor veel bewoners uit de afgelegen gebieden hun enige contact met de buitenwereld. Vooral de tijdschriften waren geliefd, met onderwerpen over opvoeden, het huishouden, landbouw en koken. Zo konden ze meedoen met de ontwikkelingen in de samenleving. Op het hoogtepunt van het project, eind 1938, waren er 274 boekbezorgers, verspreid over 29 provincies. In 1943 is de WPA, en daarmee ook het project van The Pack Horse Library, beëindigd. Op dat moment was er weer volop werk, helaas door een niet zo leuke oorzaak: de Tweede Wereldoorlog was in volle gang. Met het project was echter wel een traditie van het verspreiden van leesvoer ontstaan. Ook nu wordt nog steeds het nut van lezen en het laagdrempelig beschikbaar stellen van boeken onderschreven. Fenna de Boer (10 jaar) heeft een prachtig en héél spannend verhaal geschreven en zal dit met ons delen op PaardenColumns. Wij vinden het ongelooflijk knap van Fenna dat ze dit spannende verhaal helemaal zelf heeft geschreven. En toevallig heet de serie: Ongelooflijk! Lieve Fenna, je bent een super schrijftalent en nu snel naar deel 4 van jouw spannende verhaal: Deel 4: Kast Deel 4: Kast
In het huisje was het donker. Nora zag geen hand voor ogen, en dat terwijl er elk moment een hond of een dief in dit huis kon rondlopen. Nora tastte in het duister, tot ze tegen een enorme houten kast botste. AAH! Wat is dat?! Ze voelde aan het hout. Dat was zo verrot dat het elk moment in kon storten! Had ik maar wat licht, dan kon ik tenminste zien. Transylvania, die achter Nora liep, hinnikte zo hard dat het door het huis galmde en de muren deed trillen. Nora keek om. Transylvania drukte met haar neus tegen Nora’s rugzak. Daar leek zwak licht uit te komen, dat al snel weer doofde. Nora kon zichzelf wel voor haar hoofd slaan. Hoe kon ze zo dom zijn? Natuurlijk had ze altijd een lavalamp bij zich, voor als ze in een donker bos op buitenrit gaat! Ze haalde de Lavalamp uit haar tas, trok aan het koortje en de lamp lichtte op. Ze keek op de batterijmeter. helaas, bijna leeg. Hij zou nog maximaal 10 minuten meegaan. Nora keek om zich heen. Het was nog steeds donker in het huis, maar nu zag je tenminste iets. Ze keek naar de kast. Er zat een groot slot op, zonder ook maar een roestvlek! Vreemd, deze kast lijkt al honderden jaren oud. Maar dat slot is nog zo goed als nieuw. Het is er pas opgezet, dat weet ik zeker. Nora voelde aan het slot en trok er keihard aan. niks. Nog een keer trok Nora aan het slot, dit keer nog harder. Nog steeds niks. Stom slot, nu kom ik nooit te weten wat erin zit. Van pure frustratie schopte Nora niet heel hard tegen het hout. Tot haar grote verbazing verscheen er een groot gat in de kast. Gelukkig is de kast zelf niet zo sterk als het slot. Dacht Nora, terwijl ze door het gat keek. Ze kon haar ogen niet geloven. Daar lag een enorme sleutel! Ze stak haar hand uit, door het gat. Jammer, haar arm was net niet lang genoeg. Maar wat als ze nou nog dichter bij de kast zou zitten? Nora probeerde en probeerde, maar telkens was haar arm net te kort. Het enige wat Nora nog niet had geprobeerd, was haar andere arm. Ze stak haar rechterarm door het gat en opeens kwam haar arm terug met de sleutel in haar hand! Yes, het was gelukt! Nu kon Nora het slot openmaken en in de kast kijken. Ze stak de sleutel in het slot, draaide en trok de deuren open. Maar het was helemaal geen kast, het was een geheime doorgang! Met de lavalamp voor zich uit en Transylvania achter haar aan sloop Nora door de geheime gang. Net op dat moment begon het licht te flikkeren. Het werd steeds donkerder in de gang. Op de batterijmeter van de lavalamp stond dat hij nog 1 minuut gebruikt kon worden. nee, waarom nou net nu?!, vroeg Nora zich af, toen er opeens luid gehinnik klonk. Er liep een rilling over Nora’s rug. Het klonk weer, dit keer duidelijker en dichterbij. Het kwam achter die deur aan het einde van de gang vandaan. Zonder geluid te maken slopen Nora en Transylvania door de gang. Toen Nora bij de deur was aangekomen en hem op een kier zette, gebeurde het. Langzaam doofde het licht... |
Categorieën:
Alles
|