Wist jij dat ‘geluk’ en de vertalingen hiervan in andere talen, de meest gegoogelde woorden zijn op Internet? We zijn massaal op zoek naar geluk. Het woord is populairder dan ooit, terwijl je het woord ‘vrolijk’ bijna niet hoort! En ‘een vrolijk paard'? Dat hoor je eigenlijk ook zelden. Waarom is dat zo?
Een vrolijk paard Een vrolijk paard is goud waard. Toch hoor je zelden mensen praten over hun ‘vrolijke’ paard en zie je zelden een advertentie met deze karakteromschrijving. Ze zijn er echter gelukkig wel. Vrolijke paarden! Dat zijn die paarden die permanent lol hebben in hun leven, altijd de oren naar voren hebben staan en het leven zien als één groot avontuur. Misschien zijn ze zo geliefd dat ze daarom gewoon nooit te koop zijn. Een vrolijk manege-paard Vroeger hadden we er zo één op de manege. Daar stonden alle paardenmeisjes voor in de rij. Iedereen wilde op dit vrolijke paard rijden, ook al belandde je soms midden in de hindernis omdat het paard uit enthousiasme niet goed keek en vergat op tijd af te zetten voor de sprong. Tijdens buitenritten werd je er geheid afgelanceerd. Niet expres bedoeld hoor, maar het paard was zo vrolijk tijdens de rit dat dit gepaard ging met bokkesprongen die zelfs de beste ruiter onmogelijk kon uitzitten. Een vrolijke fjord Ooit hebben ook zo’n vrolijke fjord gehad. Altijd stond hij rond te kijken, hinnikte je tegemoet, stond te trappelen van ongeduld als hij gezadeld werd en joelde nog net niet van geluk. Tijdens de keuring vroeg de jury zich af of het paard pepmiddelen had gekregen. Terwijl de andere fjorden aan het eind van de dag moe waren van alle indrukken en hun hoofden lieten hangen, stond Vrolijke Frans nog steeds rond te kijken en genoot van deze avontuurlijke dag. Hij stal het hart van iedereen. “Een beetje druk”, dat wel maar druk zijn en vrolijk zijn verschilt van elkaar daarin dat druk zijn niet irritant is. Je ging er zelf ook van stralen. Vrolijkheid is aanstekelijk!
Vrolijkheids-gen
Kunnen de heren wetenschappers niet het vrolijkheidsgen vinden in de ingewikkelde DNA-strengen en het implanteren in alle paarden, honden, katten én andere huisdieren op de wereld? Het leven zou er een stuk vrolijker uitzien! En zouden we nog allemaal massaal op zoek zijn naar ‘geluk’ of zouden we daarentegen googelen naar ‘een vrolijk huisdier’? Vrolijke paarden, of vrolijke huisdieren in het algemeen maken je gelukkig. Meer heb je als mens niet nodig. Toch? Steeds vaker lees je columns, artikelen en soms zelfs boeken geschreven vanuit een dier. Hoe beleeft een dier zijn of haar leven. En vooral: zijn ‘mens’? Films Maar het blijft niet bij columns of boeken maar er zijn zelfs films, die gaan over honden, katten of paarden. Een ons allen bekend voorbeeld: Black Beauty. Dé klassieker met het mooie zwarte paard aan het woord. En een aanrader voor hondenliefhebbers: "The purpose of a dog", Netflix 2020. De films zijn niet alleen humoristisch of soms heel zielig, maar openen vooral onze ogen door de verandering van perspectief. Steven Spielberg begon ooit met dit gegeven door de film ‘E.T.’ vanuit de ogen van kinderen te laten verhalen. De volwassenen waren maar rare wezens die niets begrepen van kinderen en van het buitenaards wezentje. In de film zag je ouders, wetenschappers en politie merendeels gefilmd tot hun middel. Zoals kleine kinderen hen ‘zien’. Dit gegeven zie je soms ook in films die vanuit dieren spelen. De mens wordt op afstand beschouwd en compleet anders ‘gezien’ dan wij onszelf zien. Vreemde wezens, die mensen Terug naar het paard. Hoe kijkt een paard naar ons? Daar zijn al boeken vol over geschreven en het is interessant. Want:
Het dilemma
Opvallend is dat in artikelen, boeken en films het dilemma ‘mens’ steeds vaker een andere naam krijgt. Spraken de paarden vroeger uitsluitend over ‘mijn baas’ of ’ baasje’, vandaag de dag vinden ze het lastig om de juiste term te vinden voor het tweebenige wezen in hun leven. Baas? Nou niet altijd hoor, respect kun je niet afdwingen, dat moet je verdienen. Chef? Nee, ook niet. Dat klinkt als een baas in een keuken, niet van een paard of op een pensionstal Stalmeester? Respect! Maar dat hoor je bijna niet meer. Eigenaar? Tja, dat ligt vandaag de dag ook moeilijk. Soms zijn paarden zo duur dat er een heel consortium achter om het dier te bekostigen. We gaan verder: Liefje? Dat kán, maar meestal heeft een mens toch iets meer dominantie nodig om goed met een paard om te gaan. Als een paard jou alleen maar héél lief vind, betekent dit dat je een schuurpaal bent of een continue toestroom van lekkernijen. Met als gevolg dat een paard dan ook al snel jou omver loopt of je mouwen van je kleren afscheurt. Groom? Dat kan ook, maar dat betekent dat er dan ook iemand is die het paard rijdt of bezit. Berijder? Sommige eigenaren van paarden rijden inderdaad een uurtje per dag, stijgen af en zijn weer weg. Een relatie met het paard is er uitsluitend vanuit het zadel. Misschien een prima relatie maar wel beperkt. Mijn mens! Dan blijft er niets anders over als: mijn mens. En dat klopt want zo is het in onze tijd. In columns, boeken en films zijn de paarden aan het woord en praten ze over ‘mijn mens’. Dit kan van alles inhouden maar betekent vooral dat jij degene bent die er altijd is. Of je ook de financiële zorgen draagt of beslissingen neemt over wedstrijden, fokken of trainingen, maakt hen niet uit. Jij bepaalt in ieder geval de sfeer en de basis van hun leven. Inge wacht op een nog ongeboren merrieveulen van een Schwarzwälder Fuchs merrie. In Deel 1: van een Magische droom vertelde zij ons waarom een merrie van dit ras haar grote droom is. nu: Deel 6: wordt het een (nacht)merrie? Deel 6: wordt het een (nacht) merrie?
Wat een spannende tijd! Het vroeg veel van mijn geduld. Bij de Collega van de Stoeterij werd helaas nog een hengstje geboren. Dat waren er dus inmiddels al drie! Nu was het nog wachten op de bevalling van de merrie Amber Fleur die op de Nederlandse Schwarzwälder Fuchs Stoeterij staat. Een paar dagen later kreeg ik rond half twee in de nacht een berichtje van Marja de Bruijn. De bevalling was ontzettend snel gegaan. Ze stuurde mij trots een foto van een prachtig veulen…..een hengst! Verdorie wat baalde ik. En ja, ik had het over een back-up plan. Maar eigenlijk had ik daar nog niet zo heel goed over nagedacht. Want ik ging er stiekem vanuit dat de kans dat erg klein was dat er vier keer een hengstje zou worden geboren. Marja heeft enorm geholpen en haar best gedaan om een jonge merrie te vinden. Dit was niet makkelijk. Ik wilde namelijk niet zo maar een merrie. Maar een merrie die jonger was dan twee jaar en het liefst uit dezelfde bloedlijn als haar hengst Modim. Ze kwam met een naam van iemand in Lelystad. Hij zou een jaarling merrie hebben die eigenlijk niet te koop was, maar ik mocht hem bellen. De man bleek de eigenaar van de hengst Modem wat de vader van mijn favoriet Modim is. Deze merrie is dus een halfzusje van Modim! Waarschijnlijk kan je je indenken hoe enthousiast ik was. De hengst Modem is bij deze man in privébezit en er wordt dus niet meer mee gefokt buiten zijn eigen merries. Je snapt dat dit dus echt een bijzondere kans was. Ik heb de man direct gebeld. Ik vertelde wat een prachtig ras ik de Schwarzwälder Fuchs vind, hoe verliefd ik was op zowel de halfbroer van deze jaarling (Modim) en haar opa (Modus). Mijn ervaringen met paarden en het beleren ervan. Ik vertelde hem over mijn plannen van het fokken met de merrie en dat dit voor mij een droom is. Zeker aangezien dit zo een zeldzaam ras is. Nadat hij mij meerdere keren vertelde dat ze eigenlijk niet te koop was, maar hij had begrepen van Marja en nu ook van mij hoe enthousiast ik was, ik wel mocht komen kijken. Bij een klik zou ik de merrie dan eventueel mogen kopen. Natuurlijk bedankte ik hem en vertelde dat ik ernaar uitzag om de jaarling te zien. Ook was ik erg benieuwd naar de hengst (de vader van de jaarling) Modem. Ik had natuurlijk bij Marja al een zoon en de vader van Modem mogen ontmoeten, dus hij ontbrak nog in dit ritje met prachtige en bijzondere hengsten. Donderdag 9 juli 2020, de dag dat ik bij de jaarling mocht komen kijken. Samen met mijn moeder reden we het hele stuk met een glimlach. Mijn beiden ouders hebben zelf ook altijd paardgereden. En mijn moeder wilde maar al te graag mee. Bij aankomst zag ik direct de hengst Modem staan. Wat een imposant voorkomen. Een prachtig donkerbruine glanzende vacht met spierwitte manen en staart. De jaarling had het hele jaar in een kudde op een natuurgebied gelopen en de beste man had haar speciaal naar huis gehaald zodat we niet zouden hoeven gaan zoeken waar ze zou zijn. Hij opende de deur naar een soort grote binnenbak en daar stond ze, samen met een 2 jarige hengst uit haar kudde. Ze was zo mooi! Ze liep direct naar mij toe, keek me aan en legde haar hoofd op mijn schouder. Het leek alsof ze het wist en mij net zo graag wilde als ik haar. We hebben nog een tijd staan praten en kwamen tot de uitkomst dat ik haar mocht kopen!! Op 11 juli kon ik haar ophalen, de verjaardag van mijn jongste zoon Lucas (hij werd negen). Met toestemming van Lucas (ga maar halen hoor mam, dat is het mooiste cadeau voor ons allemaal) ging ik haar dan ook ophalen samen met mijn Partner en een vriendin. Om 10.00 uur stond ze bij ons in de weide. Nu is mijn droom werkelijkheid!! Geschreven door: Anita Rozendaal-Baaij "Maar dat hoort er een beetje bij toch?" Mijn man zei dat letterlijk en ik was in shock. Want een paard dat enkel angst uitstraalt wanneer er voor het eerst iemand op gaat zitten, leek hem vrij normaal. Het verhaal begint bij ons op stal, de paarden stonden rustig op stal en ik was mijn verzorgpaard aan het poetsen. Van het een op het andere moment staat er een opgezadeld paard voor mijn neus. Even voor de beeldvorming: wij hebben twee rijen met boxen en in het midden een gangpad van ongeveer twee meter breed. Het opgezadelde paard ken ik, het is een 3 jarig vosje met een goede bloedlijn en wordt op dit moment beleerd. Die dag was er iemand langsgekomen om het paard kennis te laten maken met het fenomeen ‘ruiter’. Omdat het paard moeilijk is, hebben ze ervoor gekozen om op het gangpad er voor het eerst iemand erop te zetten. De vos begon te draaien, steigeren en vooruit rennen, totdat hij tegen een muur of staldeur op botste. Pas toen het paard klem stond in de hoek van schuur lukte het de ‘expert’ om erop te gaan zitten. En het paard? Die straalde alleen maar angst uit. Mijn hart brak. 1. Ik ga er altijd vanuit dat het anders kan dan ik gewend was: Mocht ik nog niets van de paardenwereld gezien hebben, dan had ik waarschijnlijk gedacht: ‘jeetje, wat dapper van die man. Wat knap dat het gelukt is om met dit moeilijke paard zo snel iemand erop te krijgen’. In de (spring)sport schijnt bovenstaande situatie vrij vaak voor te komen. Het is een snelle manier om paarden zadelmak te krijgen. Het is niet heel vreemd dat men het als ‘normaal’ beschouwt. Gelukkig heb ik ook gezien hoe het anders kan en weet ik dat er vele andere methodes zijn. Van alle methodes valt iets te zeggen natuurlijk, maar het beleren van een paard is een proces, wat je slechts één keer kunt doen. Naar mijn mening is het vosje in deze situatie niet genoeg voorbereid. 2. Paarden zijn niet van suiker, maar ze zijn wel slim: Het werkt wel hoor, want binnen no-time is het vosje bereden. En doet vooralsnog braaf wat er gevraagd wordt. Maar of het vosje niet bang geworden is om gestraft te worden betwijfel ik. Evan vanuit ons vosje gezien:
Paarden kunnen situaties inschatten, anders was het diersoort snel uitgestorven. Paarden toetsen continue of een situatie veilig is of niet. Een paard kan ook leren, hij herkent patronen door herhaling (denk maar aan dat ene pad waar hij altijd mag galopperen) en gaat vooruit denken om in te schatten wat hem te wachten staat. Ze zeggen wel eens dat een goede voorbereiding het halve werk is, maar dat klopt wel. 3. Dwang is nooit de oplossing: Let op: consequent zijn is heel belangrijk, ik zeg niet dat je nooit duidelijk mag zijn. Maar vergelijk onderstaande twee situaties eens:
Welke van de twee opties zal het paard leren voortaan voorwaarts te zijn op jouw hulpen? Een paard dat ergens bang, schrikachtig of paniekerig om is, heeft gelijk. Voor het paard is zijn wereld op dat moment onveilig. Het is onze verantwoordelijkheid duidelijk te maken dat het paard niet doodgaat. Grote kans dat het paard met zijn ‘moeilijke’ gedrag toetst of jij capabel genoeg bent om hem te helpen. Dat is een stukje leiderschap dat hij zoekt. Immers vertrouwt een kudde op de alfamerrie en elkaar, niet alleen op zijn instinct. Daarbij, een paard dat in paniek is kun je niets leren. Hij is op dat moment alleen maar bezig met overleven. Dat regelt zijn oer-brein voor hem, hij reageert op zijn instinct. Terwijl een ontspannen paard (rationeel) kan nadenken. Pas wanneer een paard in staat is om na te denken, kun je hem iets leren. Het is dus de kunst vanuit ontspanning het paard te leren omgaan met de nieuwe situatie. Natuurlijk mag een paard bokken, tegenstribbelen en in de lucht vliegen bij het beleren. Dat is juist wat je wilt, want dat is jou kans om hem verder te helpen. Dat hoort er wel een beetje bij. Geef het paard het idee dat hij honderdduizend keer dezelfde fout mag maken. Een paard dat fouten mag maken is een paard dat probeert te leren. Een paard dat geen fouten (meer) durft te maken is een machine. Meer van anita:
The chrOnicles of prinses sunny en prins pretje Waar begin je met een paard dat geen vertrouwen in de mens heeft en zelfs de titel 'staatsgevaarlijk' draagt? Monique Schild Don zocht een uitdaging en vond er één met hoofdletters. Zij kocht een getraumatiseerde Tinker waar niemand wat mee kon. In haar serie kunnen we lezen hoe zij dit stapje-voor-stapje heeft aangepakt. ALLE BEGIN IS MOEILIJK!
En zo is het, alle begin is moeilijk dus ook de eerste paar dagen met z'n tweeën in de stal. Ze doen niet voor elkaar onder en hier en daar werd er wel eens iemand op zijn of haar plaats gezet, maar eigenlijk vrij snel was er harmonie in de echtelijke box. De eerste tijd heb ik ze dus ook lekker een beetje met rust gelaten om ze te laten wennen aan de nieuwe omgeving en de nieuwe situatie. Als dat uiteindelijk zo lekker gaat dan pakken we maar rustig weer alles op. Intussen had ik ook een fantastische verzorgster gevonden voor Pretje, een meisje van twaalf en ik kan zeggen ik heb het maar met haar getroffen. Dus zij lekker met die kleine Pretletter aan de slag en ik met Sunny. Eerst maar weer poetsen en ja hoor dat gaat prima dus ook maar weer het grondwerk oppakken. Dat is sowieso leuker met meer, dus Tink, zo heet mijn verzorgster, met Pretje aan het grondwerk en ik met Sun. Sunny wordt steeds relaxer in haar hoofd, het gaat steeds beter dus dan ook maar eens kijken of we een dekje op kunnen doen. En ja hoor, het gaat op een andere manier maar het gaat. Veel geduld en liefde... dat werkt echt. De longeersingel vind ze nog wel een spannend ding, dat geklingel aan de zijkant is best eng. Geeft niks, alle begin is moeilijk dus ook dit komt vast wel goed . Pretje is helemaal happy, lekker de hele dag spelen of een tukje tussendoor: dat is pas paardenleven. En zo gaan de eerst paar maanden voorbij van 2020. Als het wat warmer wordt, dan gaan we meer spannende dingen doen neem ik me voor en toen, kwam de Corona-pandemie ... Eén van de gevolgen is dat de instructrice kan niet komen. En nu? Wat denken jullie? Hoe ga ik dit aanpakken? Zelf verder proberen of toch maar wachten, maar hoe lang? Dat lezen jullie de volgende keer, Wordt vervolgd!!!! Wat doe je als 24-jarige studente als je geliefde verzorgpaard dreigt te worden verkocht naar Amerika? Een lastige vraag voor Britt Neijzen. Zij maakte lijstjes, sprak met mensen en dacht goed na. Waar waren we gebleven? Mevrouw Zoë, de prachtige Fries van Britt, was chagrijnig en deelde rake klappen uit. Britt brak haar arm en had eigenlijk nog ontzettend veel geluk gehad dat zij zichzelf beschermde met haar arm... En nu? Hoe gaat het met Britt en Zoë ? Wij zijn ontzettend benieuwd of ze is hersteld en de moed heeft hervat om verder te gaan met Zoë. Deel 8: Back on track!
De dag dat ik besloot om weer met Zoë aan de slag te gaan, stond ze meteen hinnikend bij de poort. Het was alsof ze het wist. Gedurende de tijd dat ik in het gips zat leek er flink wat afstand te zijn ontstaan tussen ons. Als ik in de wei was, dan liep Zoë de hele tijd over mij heen en ze was respectloos en ongehoorzaam. Met maar één arm had ik niet het overwicht die Zoë nodig heeft. Ik ben dus steeds minder naar haar toe gegaan en Zoë besteedde steeds minder aandacht aan mij. Tot ik klaar was met het stilzitten. Ik was een week uit het gips, maar het was nog een beetje behelpen omdat mijn rechterarm nog heel kwetsbaar was. We zijn dus begonnen met loswerken zodat ik alles met mijn linkerarm kon doen. Zoë deed vreselijk hard haar best en liep heel braaf haar rondjes. Na de hele lange pauze konden we eindelijk weer opbouwen! Elke dag kon ik weer iets meer met mijn arm en daardoor begon het steeds meer te kriebelen om meer te gaan doen. Na een weekje loswerken heb ik de lange teugel weer uit de kast gehaald. Het was wel even spannend of ik al genoeg met mijn pols zou kunnen om de fijne teugelhulpen te kunnen geven. Lange teugelen is iets wat Zoë en ik allebei prachtig vinden. Ondanks dat het heel lang geleden was dat we het laatst geoefend hadden zette Zoë haar beste beentje voor. Nu was het de beurt aan Zoë om elke dag een stukje beter te worden. We oefenden elke dag en ze werd steeds sterker en meer in balans. Na een paar weken moest ik weer naar het ziekenhuis om te kijken of mijn rechterarm goed herstelde. Ik kreeg helaas nog niet helemaal het nieuws waar ik op hoopte, maar ik mocht wel langzaam steeds meer gaan doen met mijn arm. Ik mocht nog 2-4 weken niet rijden van de dokter, of nou ja, wanneer het goed voelt. Ik heb het nog één dag uit kunnen stellen. Daarna ging ik Zoë eens longeren met haar zadel op, gewoon om te kijken hoe ze hierop zou reageren. Ze gaf geen kick en gedroeg zich netjes. Zo netjes dat ik het niet kon laten om mijn voet in de beugel te zetten en even te hangen. Nog steeds stond ze keurig stil. Ook de tweede keer hangen vond ze helemaal prima, dus toen toch mijn been over het zadel heen gezwaaid en toen zat ik ineens weer op haar rug! Thuis heb ik eens teruggezocht en zo kwam ik erachter dat het vijf maanden geleden is dat ik het laatst met Zoë heb gereden had. Dat was zeker niet aan Zoë af te zien! Keurig netjes liep ze haar rondjes. Een klein drafje? Geen probleem! Ik was bijna in tranen. We hebben een hele weg afgelegd in de afgelopen vijf maanden, maar we zijn eindelijk weer back on track! De klep van de trailer gaat open en een tweejarige merrie stormt naar buiten. De merrie meet slechts 1.40 maar steekt torenhoog met haar hoofd boven de wereld uit en bekijkt vol interesse haar nieuwe, tijdelijke verblijfplaats. Ze is razend druk en blijft dat helaas na een paar dagen nog. Slik, slik, m’n vriendin had toch een iets ander beeld geschetst van deze logé met de woorden: “kúiken-mak”. Geen probleem
“Hoe is ze bij de hoefsmid?", vraag ik haar een paar dagen later met trillende stem door de telefoon. “Kuíken-mak, geen enkel probleem”, antwoordt mijn probleemloze vriendin die nergens een probleem in ziet. Nou, dát zullen we weten een paar dagen later... Geen voorspel Die dag grijpt hoefsmid X onmiddellijk een voorbeen van de merrie en neemt haar in de houdgreep. Ik spreek de merrie geruststellend toe en vertel dat er nou eenmaal mannen zijn die liever meteen aan het serieuze werk beginnen, zonder al te veel voorspel. De merrie schrikt van de directe benadering, neemt een sprong en zie zo, ze staat weer op haar eigen vier benen. Dat vindt Hoefsmid X natuurlijk niet zo leuk. Hij geeft wat commentaar op haar drukke karakter en gaat vervolgens verder met zijn werk. Dit houdt in: een enorm gevecht breekt los en in een kwartier tijd maken we het volgende mee: Een briesend paard op het erf dat gerichte meppen uitdeelt jegens haar belager, rondvliegend hoefsmid-gereedschap, een neuspraam die totaal geen effect heeft, een doodsbenauwde stagiaire van de hoefsmid, die ongetwijfeld nu over een andere beroepskeuze nadenkt, stoom dat uit de oren van hoefsmid X komt, een flinke temperatuurstijging en een doodongelukkige paardenvrouw die er bovenuit schreeuwt dat hier ogenblikkelijk een eind aan moet komen. Niet goed “Je bekijkt het maar, met je k*t-merrie”, roept Hoefsmid X mij nog na terwijl hij een peut gas geeft en met zijn bus het erf afrijdt. Daar sta ik dan op bibberende benen met een merrie aan de hand die nog in een shock-toestand is. Wat is hier in godsnaam misgegaan, denk ik ter plekke en vele dagen later nog steeds. “Hoe was ze bij jou bij de hoefsmid?”, vraag ik wederom aan mijn vriendin met trillende stem door de telefoon. “Kuíken-mak, geen enkel probleem”, antwoordt mijn probleemloze vriendin die nergens een probleem in ziet. De merrie gaat een paar weken later retour naar de stallen van mijn vriendin en is dus, goddank, mijn probleem niet meer.
Geen zorgen, we gaan het hier niet hebben over de Coronacrisis en het Outbreak Management Team (OMT) van de RIVM. Deze blog gaat over de uitbraak-specialisten die we allemaal van dichtbij wel eens hebben meegemaakt. De onschuldig ogende paarden die meestal ‘s nachts toeslaan...
Houdini In ‘fjorden hebben humor’ schreef ik eens al over een fjord op de manege die de bijnaam ‘Houdini’ had. Na een lesuur rijden zette ik hem terug in zijn stand om even snel naar de w.c. te rennen. Onderweg van w.c. naar de stallen terug, liepen mensen mij al lachend en hoofdschuddend voorbij. Ik begreep er niets van, maar wat bleek? Afzadelen hoefde al niet meer. Naast Houdini lag het zadel op de grond inclusief het hoofdstel en meneer stond al lekker zijn hooi te eten. Hoe hij het voor elkaar gekregen had mag Joost weten, maar deze fjord kon ieder haranchement afkrijgen zonder hulp van de mens.
Slootje springen
In ons natte landje worden veel weilanden gescheiden door sloten. Ideaal want je hoeft niet bang te zijn dat je paard zich verwondt aan schrikdraad of prikkeldraad. En over het algemeen blijven paarden keurig in hun eigen weiland. Maar ja, je hebt er natuurlijk altijd wel een paard bij, die slootje springen helemaal te gek vindt. En helemaal als het gras groener is bij de buurpaarden… We noemen zo’n paard: de sloten-expert ! Staldeuren en hekken Maar er zijn ook nog andere sloten-experts: paarden die staldeuren en hekken open krijgen. Wat nou een slot erop? Een beetje friemelen met de bovenlip en hóp, het paard heeft de deur open gekregen. Wij hadden ooit een Welsh Cob als sloten-expert. Geen slot op de staldeur dat haar tegenhield om vooral s’ nachts aan de wandel te gaan richting de voertonnen en het hooi. Het ene slot maakte ze open met haar bovenlip, bij het andere gebruikte ze haar kaken om het handvat omhoog te krijgen en dat opzij te schuiven. Het enige dat hielp: sloten aan de buiten-onderkant van de deur waar ze niet bij kon.
Stiekeme verhuizers
En dan hebben we ook nog de verhuis-experts. Dat zijn de paarden of pony’s die van hun plekje verhuizen. Het hoeven niet eens springpaarden te zijn want een kleine fjord van ons was ook zo ‘n verhuizer. Iedere keer stond ze de volgende ochtend in een paddock verderop. We hebben nooit gezien hoe ze het deed, maar gezien de hoogte van het hek en haar eigen hoogte, was het echt onmogelijk zijn dat ze dit deed door over de houten omheining heen te springen… Deed ze het dan door zich tussen de houten dwarsleggers heen te wurmen? Of kroop ze onder de omheining door? Geen idee... Op heterdaad betrapt! En toen belandden we ineens in het digitale tijdperk. Camera’s op de stallen en het weiland gericht en de uitbraak-specialisten worden ontmaskerd. Op Facebook, Instagram en Youtube kunnen we nu hun kunsten bewonderen. Wat onmogelijk lijkt, zien we nu terwijl we onze ogen uitwrijven van verbazing. Laten we maar proberen om nóg slimmer te zijn dan deze slimmeriken. Voor hun eigen veiligheid ! En onze goede nachtrust... Een gehuurde veewagen zette ons af bij Voorthuizen en daar gingen we. Vier meiden met drie paarden en één pony. We zouden zeven dagen lang een zelf uitgestippelde route gaan rijden over de Veluwe.
Vanaf het allereerste moment nam Undra, de IJslandse pony, de leiding en bleef dat vervolgens de hele week doen. Undra was in haar element. Onze drie grotere paarden accepteerden haar leiderschap en volgden haar zonder discussies. Ondanks de voorbereiding qua training op deze tocht, viel het namelijk toch niet mee voor onze paarden. Zij waren gewend om rondjes in de manegebak te lopen of hooguit een uurtje per dag het bos in te gaan. Eind van de dag zetten we de paarden in de wei bij boeren in de buurt van de campings. Zelf overnachtten we in trekkers-blokhutten op de campings en sliepen als ossen. Het viel namelijk voor ons ook niet mee. Als je normaal een uurtje per dag paardrijdt, is zo´n zevendaagse tocht geen kattepis. Onze hoofdkussens verplaatsten zich al snel van de bagage achterop, richting “bovenop” ons zadel. We kregen blauwe billen en heel veel spierpijn. Eén van ons moest na dag drie met hulp van twee sterke kerels, van het paard getild worden. De stralende zon verdween achter de wolken en we kregen ook nog eens te maken met twee dagen zware regen. Onze waterdichte jassen maakten hun belofte niet waar en we spoelden al snel van onze paarden. Al zwemmend over de ruiterpaden bereikten we de camping voor die nacht, maar het kampvuurtje konden we vergeten. Er restte ons niets anders dan een “warme maaltijd” in de plaatselijke snackbar. Maar wat hadden we een lol. Met dertig kilometer per dag voelde we ons heuse survivals-specialisten en ´s avonds voor het kampvuur verbeelden we ons cowgirls op de prairie te zijn. De paarden veranderden in flinke knullen en meiden. Na drie dagen klungelen liepen ze zonder angst over de schapenroosters heen. Ze dronken uit vennetjes en stonden zomaar helemaal los op ons te wachten bij de zoveelste sanitaire stop. Voor Undra was dit rondje Veluwe slechts een ommetje. Na vijf dagen leek ze ons treurig aan te kijken en leek te willen zeggen: “Gaan we nu al naar huis?” Ons gevoel voor tijd en afstand was in vijf dagen behoorlijk veranderd. Vooral toen één van ons zei: “Tjee héé, en dan te beseffen dat we met de auto binnen een uur thuis zijn.” Dat was een vreemde gewaarwording. En helaas waarheid, de veewagen kwam ons weer ophalen en binnen een uur waren we weer thuis. Na een paar dagen hadden we de draad weer opgepakt van ons stadse bestaan. Nu, jaren later, denk ik nog vaak aan deze tocht. In gedachte zwerf ik dan op een dapper paard over de uitgestrekte Veluwe. Ik denk aan de oneindig lange bospaden en de prachtige horizon over de heidevelden. Het campingvuurtje en de blokhut. Dàt was pas het echte leven. |
NORMEN & PAARDEN
Categorieën:
Alles
Hier jouw advertentie? Daar valt over te praten, oftewel: een reële vergoeding. Én een zak wortelen voor onze paarden natuurlijk!
|