|
Geschreven door Yvonne Daalhuyzen Het besluit is gevallen. Hardwell gaat naar de 'professionel'.
Bepakt en bezakt met spulletjes ga ik zenuwachtig op pad. Nu gaat het echt gebeuren. Nog nerveuzer dan ik, stapt Hardwell de trailer uit, als we bij de prof zijn gearriveerd. Ik praat aan één stuk door en de zenuwen gieren door mijn lijf. Hardwell dribbelt wat links en rechts, kijkt om zich heen en gilt naar alles wat beweegt. Die arme jongen weet niet wat hem overkomt. Kom op, kop d'r veur... Dit is goed voor hem. Hardwell gaat in opleiding! De prof neemt hem van me over en we gaan naar de binnenbak. Ze longeert hem linksom en rechtsom. Ze vraagt niks van hem en observeert hem van top tot teen. Wat kan hij, wat doet hij... prima. We krijgen het voor elkaar Yvon! Misschien kun je zelfs aan het eind van de week nog op hem rijden... mijn hart maakt een sprongetje... zou het echt??? Maar dan krijg ik de volgende dag bericht. Hij is boos, heel boos! Woedend en tierend gaat hij tekeer. Er valt geen land mee te bezeilen en heeft inmiddels alles kapot getrokken. Als ze dichter bij komen, kunnen ze ook nog eens een haal verwachten. Het is voorbij, ze krijgen hem te pakken en zetten hem terug op stal. Ze berichten me. Dit is niet goed... helemaal niet goed. Dit is de eerste keer dat iemand anders hem zo meemaakt. Nee... de prof snapt heel goed, waarom ik eraf gevallen ben. Thuis ben ik in alle staten. Wat is er gebeurd? Heeft iemand zich pijn gedaan?? Dit is niet goed... Vragen en twijfels komen naar boven, heb ik een goed besluit genomen? De prof vertelde me dat hij zijn tong vrijwel meteen over het bit gooide en totaal geen druk kon verdragen. Wat een ellende, mijn hart breekt. Het ging bij mij zo goed! Ik begin te twijfelen. Is het goed voor Hardwell, komen er geen ongelukken? Ben ik niet de beste voor hem? De volgende dag ga ik naar hem toe en longeer hem zoals ik het doe. Hij krijgt een ander bitje in. Een simpel gebroken bitje. Een bitje, die ik niet goed genoeg vond voor mijn paard. Hij is in het begin nerveus, maar ik krijg hem kalm. Hij gaat steeds ontspannender lopen en beetje bij beetje zet ik hem meer bij. Het werkt en als van ouds zijn we weer bezig. Ik ben tevreden, mijn paard is tevreden en ik vertel hem vol trots hoe lief hij wel niet is. Ondertussen ben ik aan het twijfelen geslagen. Ik bespreek met vrienden de situatie en ik krijg van mijn lieve vrienden de simpele oplossing. Ga in gesprek en bespreek je twijfels en zorgen. En dat ga ik doen! Zo gezegd, zo gedaan en heb ik de volgende dag mijn hart gelucht bij de prof. Mijn twijfels, mijn zorgen, mijn pijn. Hij is al van zo ver... Ik wil niet dat het kapot gaat. We hebben fijn gepraat. Ze vertelde mij mijn zwakke punten en vertelde me ook wat voor invloed dat op Hardwell had. Ik was te lief. Ik was te zoetsappig en Hardwell heeft een duidelijke leider nodig. Natuurlijk mocht ik hem ook weer meenemen als ik twijfelde aan haar. Dat was geen punt. Ze stond open voor alle opties. Maar ik heb er over nagedacht. En ja... ze heeft gelijk. Toen ik hem op stal zag staan, vol vrolijkheid en rust, alsof hij eindelijk blij was dat hij zelf het heft niet in handen hoefde te nemen, besefte ik dat ik inderdaad te lief was voor hem. Hij mocht van mij niet alles, maar ... Ik was zeker te lief. Nu hoef ik hem ook niet te slaan, laat dat duidelijk zijn, maar gewoon wat duidelijker. Hier is hier en hier is niet daar. Dat is, denk ik, de beste omschrijving... duidelijkheid. daar hebben paarden baat bij. Ik ben zijn vriend, maar ook zijn leider. En dat ben ik af en toe wel vergeten. Hoe vaak ik dat wel niet zeg tegen anderen. Nu ben ik betrapt op hetzelfde. Ik schaam me diep. De volgende dag krijg ik bericht. Het ging super!!! Hij heeft braaf zijn rondje gelopen en er kon druk op zijn bit gezet worden. Ze gaat door. Morgen erop.... Deel 2: Buiten leven de katten
We verhuisden naar een woonboerderij in het Hoge Noorden en kregen er als bonus zomaar drie katten bij. Was dit liefde op het eerste gezicht of een gearrangeerd huwelijk? Tijd heelt alle wonden Ik was een dertiger en een paar jeugdtrauma’s had ik inmiddels wel overwonnen. Ruzie met vriendinnetjes, betrapt op snoep jatten uit een winkeltje en nog wat andere zondes. Tijd heelt alle (kleine) wonden. Maar één jeugdtrauma was gebleven en dat was de woede voor de katten van de buren, die onze hamster Cindy te pakken hadden gekregen. Het arme dier werd telkens in de lucht gegooid en net zolang gemarteld tot er geen gepiep meer te horen was. Daarna aten ze Cindy maar half op, want ze hadden eigenlijk helemaal geen honger. Wat heb ik die beesten gehaat. En dat liet ik ze merken. Zodra het rapaille door onze tuin liep, kwam ik aangerend met een emmer water en gooide ik de complete inhoud over hen heen. ‘Rotbeesten!’ riep ik dan en de tranen sprongen in mijn ogen. Tranen van woede en verdriet, want als ik hen zag, dacht ik weer aan de schattige kraaloogjes van mijn goudkleurige hamster, die mij altijd zo lief aankeken als zij een nootje vasthield en die lekker opknabbelde. Duidelijke afspraken Op de tweede dag van ons nieuwe leven in onze nieuwe woonomgeving heb ik Bloemkool, Schilderij en Theepot bij mij geroepen en streng toegesproken. Ik heb hen verteld over de brute dood van Cindy. ‘Dus, laten we even harde afspraken maken over jullie menu en moreel gedrag.’ Ik legde hen uit dat ik het acceptabel vond dat ze muizen en oude zieke vogels zouden eten, maar never nooit jonge vogeltjes. En van onze nieuwe hamster, cavia’s en meneer Konijn moesten ze absoluut afblijven. ‘Anders gaan jullie zwemmen in de regenton met de deksel erop,’ waarschuwde ik hen zogenaamd bloedserieus. De katten keken mij met grote ogen aan. Vervolgens keken ze naar elkaar. Bloemkool draaide met zijn voorpootje cirkeltjes langs zijn hoofd en wees naar mij, waarna de katten mij de rug toekeerden en op hoge poten wegliepen. Toch was ik tevreden. Als ik de zorg over deze katten zou krijgen, zouden ze zich ook aan onze regels moeten houden. En dat wisten ze nu. Succesvolle inburgering en samenwerking In de jaren die volgden groeide langzaam een vriendschapsrelatie tussen mij en de katten. Ze hielden zich aan de afspraken en ik gaf hen de zorg die ze nodig hadden. Het leek er op dat de katten mijn waarschuwing ter harte hadden genomen. Ze zullen ongetwijfeld, buiten mijn gezichtsveld, hun menu hebben aangevuld met vogels of ander onbekend & ongewenst gespuis dat op ons erf rondliep. Maar wat niet weet, dat niet deert. Heden en ver verleden Inmiddels slenteren de (klein-)kinderen van Bloemkool, Schilderij en Theepot over het erf en ik moet er niet aan denken dat ik die geweldig lieve, grappige knuffeltjes zou moeten missen. Ze horen nu net zo goed bij ons als de omgeving. Is dit dan toch liefde voor katten? Misschien wel, maar heel soms denk ik weer aan Cindy Dan hoor ik in gedachten haar doodskreten. Gelukkig besef ik dan dat het geluid van buiten komt, van een muisje dat kennelijk als nagerecht op de menukaart van de katten staat. De natuur is de natuur, verzucht ik, en ik zet het geluid van de TV iets harder. Vol schaamte, want wie is hier nu hypocriet? Maar als het gepiep en gemartel te lang duurt of als ik het niet meer kan aanhoren, ren ik snel naar buiten toe. Mèt een emmer water… wordt vervolgd Deze columns gaan over ‘mijn’ katten die buiten leven. Mensen vragen wel eens hoeveel katten ik nu eigenlijk heb. Vijf zeg ik dan. Maar eerlijk gezegd weet ik het niet precies.
De achtertuin van Nederland Daar woon ik met mijn gezin. Eén van de weinige gebieden met één mens per hectare en dus veel ruimte per persoon. En nog meer per kat. Hoeveel katten iemand heeft, hangt er van af hoe je ‘eigendom’ definieert. Telt het of ze bij ons geboren zijn? Of hoeveel zorg wij voor onze katten hebben? Of welke katten hier slapen, eten en leven en vooral: zich niet laten wegjagen? Ik vertrek Twintig jaar geleden verhuisden wij van de grote stad naar the middle-of-no-where ergens in het noorden aan de grens met Duitsland. Nooit spijt gehad, maar het was wel even wennen. Dat moesten we ook aan de katten die in ons leven kwamen. Correctie; wij kwamen in hún leven, want zij woonden hier al. De vorige bewoonster had ze achtergelaten en dit niet aan ons verteld. Een buurvrouw wees mij op het feit dat de katten bij de boerderij hoorden en vertelde welke drie het waren. “Hoe heten ze?”, vroeg ik nog. “Bloemkool is die grote witte. Theepot die grijze en Schilderij die met vlekken”, zei ze zonder blikken of blozen. De vorige bewoonster had namelijk kleinkinderen die af en toe op bezoek kwamen en de katten zo noemden. “Wat origineel…”, stamelde ik. De grootste zorg Katten horen hier dus bij de boerderijen en woon je ergens waar de katten altijd zijn, dan zijn zij dus van jou. Als je de katten die hier zijn geboren meetelt, dan zijn het er nu vijf. Moederpoes, zoontje, zusje-dochtertje, kleinkleindochtertje en zoon-man-kleinzoon. Het zorgen voor onze katten bestaat uit eten geven, opletten op de gezondheid, maar voornamelijk de voortplanting beperken. Dat laatste is echt nodig, want katten zijn hier nog succesvoller in zichzelf vermenigvuldigen dan konijnen. En dié hebben toch echt wel een reputatie! De dierenarts is blij met ons We zorgen dat de poezen de pil krijgen, de katers gecastreerd worden of dat er sterilisaties plaatsvinden. Dat laatste hangt voornamelijk af van de aanbiedingen die de dierenartsen hier doen op dagen dat je korting krijgt op in meervoud aangeleverde poezen. Ondanks deze zorg blijft het een kunst om te voorkomen dat er ieder jaar weer nestjes zijn vanwege het feit dat niet iedereen zich verantwoordelijk voelt. We komen namelijk terug op de definitie van bezit. Er lopen hier katers rond waarvan niemand weet van wie ze nu eigenlijk zijn. Dat zijn mannetjes die er niet om liegen. Bruut & brutaal en probeer ze maar eens van je erf af te jagen als een poes toch krols is geworden. Lawaaiige feesten vinden er dan plaats, daar is Lowlands niets bij. Gratis af te halen Gelukkig raak je de kittens hier altijd wel weer kwijt, want iedereen zit ook met het andere probleem: je geliefde kat is een makkelijk slachtoffer van het langsrazend verkeer. Die ene auto die per uur langsrijdt, moet namelijk wel altijd even knoerthard racen. En ineens mis je die lieve gevlekte poes of is Brutus al een tijdje niet meer langs geweest… Buiten-leven-de katten Nu hoor ik iedereen roepen dat de poezen binnenhouden een oplossing zou zijn voor bovengenoemde drie problemen: definitie van bezit, geboortebeperking en voorkomen van verkeersdoden. Dat klopt, maar katten hebben hier buiten ook een goed leven. Bij de stallen en in de velden is er genoeg te jagen op muizen, bomen zijn leuk om in te klimmen, bosjes om in te verdwijnen, loungestoelen om bezet te houden als het zonnetje schijnt, de hond om te pesten en de buren om wat eten te scoren. Bovendien leven katten hier al eeuwen en hen van hun vrijheid beroven staat hier gelijk aan een boer dwingen een kantoorbaan te nemen. Uitgesloten dus. Mijn vijf (?) katten hebben het hier goed. Bloemkool, Theepot en Schilderij leven overigens niet meer. Wordt vervolgd. |
Het leukste blog over paarden en pony's.
Lees, lach, geniet, wees kritisch en: doe mee! Categorieën:
Alles
Archieven:
Augustus 2024
Paarden Columns © 2024
Linken en citeren mag altijd. Herpublicatie op niet commerciële websites mag alleen o.v.v. mijn naam plus een link naar de website. |
Proudly powered by Weebly