|
Gastcolumn door Edith Louw Ergens voor de eeuwwisseling kocht ik een prachtig boek, getiteld “Horse, Follow Closely” van GaWaNi Ponyboy. Natural Hosemanship vanuit de Native American benadering, zo werd de methode omschreven op de achterflap. Het concept “relationship training” staat in het boek centraal, en de mooie teksten en bijzondere foto’s worden gelardeerd met oefeningen die je aan het denken zetten.
Zo raadt Ponyboy aan om eens een etmaal met je paard door te brengen, zonder interactie, zodat je hem beter leert kennen. Wat zijn eigenlijk de gewoontes van je paard, wanneer eet hij, slaapt hij, speelt hij, hoe ziet zijn sociale leven eruit zonder jouw invloed? Het was koren op mijn molen, want het observeren van paarden is voor mij een even grote hobby als het erop zitten. Hoe meer je kijkt, hoe meer je ziet. Na vele uren op het hek zitten, zie je steeds subtielere signalen. En met behulp van de uitleg van professionele paardenobserveerders als Machteld van Dierendonck, Martha Kiley-Worthington, Klaus F. Hempfling en anderen, begrijp je die signalen ook steeds beter, en kun je er zelfs gebruik van maken om je paard gerust te stellen bij de hoefsmid of wanneer je aan het trainen bent. Even wegdraaien wanneer je paard over z’n theewater dreigt te gaan, zelf met een opgetrokken voet “op rust” gaan staan, het is bijzonder effectief om je relatie te verbeteren. Want wie wil er nou niet dat je paard zich veilig en op z’n gemak voelt bij je? Is vertrouwen niet het grootste compliment dat je van je paard kunt krijgen? Toch zit er een hele dikke sissende adder onder het gras. Want is het feit dat je paard niet bang voor je is en doet wat je zegt echt een teken dat het met je relatie wel snor zit? Is een braaf, gehoorzaam paard een gelukkige partner? Of speelt er veel meer? Deze vragen zijn niet in een enkele blog te beantwoorden, maar wel de leidraad voor mijn omgang met paarden. Op zoek naar een meer gelijkwaardige relatie, waarin je met elkaar communiceert, in plaats van commandeert, kom je ontelbare valkuilen tegen. Het is niet het meest betreden pad, en ook zeker niet het makkelijkste. Nu ben ik er ondertussen wel achter dat dit hele onderwerp voor sommigen een non-issue is. Sommige ruiters zijn maar amper geïnteresseerd in wat hun paard van ze vindt, zolang hij maar doet wat er gezegd wordt. Stel je eens voor dat je een partner hebt die zo met jou omgaat… Wat jij denkt en voelt kan hem of haar geen barst schelen, zolang je maar het huis schoonhoudt, de vuilnis buiten zet en genoeg geld binnenbrengt… Gezellig. Afgelopen weekend ontmoette ik zo iemand. Moeder van twee ambitieuze kinderen op een concours. Hoeveel pony’s ze hadden werd me niet helemaal duidelijk, omdat de moeder vooral interesse had in het etaleren van haar kennis omtrent het springen, waar we naar zaten te kijken. Nu hoor ik graag experts aan het woord. Als je praat herhaal je per slot van rekening alleen wat je al weet; als je luistert, leer je soms iets nieuws. Deze vrouw wist precies te vertellen wanneer de pony goed voor de sprong werd gebracht, welke hindernissen moeilijk waren, of de pony een goede galop had enzovoorts. Leerzaam. Maar toen begon ze over een van de pony’s waar dochterlief mee sprong, een net vijfjarige ruin. Die wilde namelijk niet, terwijl hij het best kon. Gelukkig hadden ze een goede instructeur bij de hand, die hen vertelde dat de pony zich zou moeten schamen dat hij zo lui was. En de oplossing was simpel. Trots (ik overdrijf echt niet) vertelde ze dat, op aanwijzing van deze ongetwijfeld goed gekwalificeerde juf, het meisje de opdracht had gekregen de pony “halfdood” te slaan. Haar woorden, niet de mijne. Natuurlijk weet ik dat er mensen zijn die zo “trainen”: als je maar hard genoeg bent, loopt elk paard wel in de krul en springt uit angst voor de zweep over die balken. En met een beetje geluk haal je zo ook nog je winstpunten. Bravo. En lukt het niet, dan kun je altijd nog de schuld geven aan die verrekte rotpony die het verdomd om te luisteren. En koop je gewoon een nieuwe. Ook weet ik ondertussen dat het weinig zin heeft al te hard tegen dit soort praat in te gaan. Toch floepte er een “Nou, lekker is dat” uit. Ma was enigszins uit balans. “Ja, nou, je hebt ze toch voor de sport” sputterde ze nog. “En die ponytijd duurt maar zo kort.” (want ja, eenmaal 18 moeten de kinderen natuurlijk verder op een echt paard). Gelukkig werd het gesprek onderbroken door een spoedgevalletje met de pony. Die overigens een aardig rondje sprong, maar net buiten de prijzen viel. Wat ik me afvraag: hoe voelt dat, als je op een paard rijdt dat feitelijk bang voor je is? En wat als je nou iets tegenkomt waar hij nog banger voor is? Terug naar GaWaNi. Enkele jaren nadat ik zijn indianen-boek aanschafte, kwam Ponyboy naar Nederland, en had ik het geluk dat ik hem mocht interviewen. Hij was heel anders dan ik had verwacht. Erg eerlijk, een man van weinig woorden, die last had van een jet-lag. Erg spiritueel was hij ook al niet: hij verklaarde zonder enige schaamte dat het zijn uitgever was geweest die hem had verteld dat hij dat Indianen-verhaal moest uitbuiten: dat zou verkopen. En in wat hij vervolgens in de demo liet zien, zag ik weinig terug van de mooie woorden in zijn boek. Relatietraining, mehoela, het paard in de ring moest en zou een klein cirkeltje rechtsom draaien, terwijl het zo duidelijk was dat het arme beest er niets van begreep en maar kauwend en slikkend linksom bleef gaan. Alle mooie plaatjes en praatjes ten spijt bleek hij gewoon een paardenfluisteraar als zovele: een die onder het mom van paardvriendelijkheid een dwingend soort leiderschap nastreefde, waarbij zijn ego in de ring belangrijker was dan het paard dat naast hem stond. Illusies armer, maar ervaringen wijzer, zeggen we dan maar. Opmerkingen zijn gesloten.
|
Het leukste blog over paarden en pony's.
Lees, lach, geniet, wees kritisch en: doe mee! Categorieën:
Alles
Archieven:
Augustus 2024
Paarden Columns © 2024
Linken en citeren mag altijd. Herpublicatie op niet commerciële websites mag alleen o.v.v. mijn naam plus een link naar de website. |
Proudly powered by Weebly