Konikpaarden in Bourtange
Artikel verschenen in de Vrijruiter, Augustus 2018
Kudde kampioen: Konikpaarden te Bourtange
In Groningen zijn er drie natuurgebieden waar Konikpaarden en andere grote grazers lopen om de natuur te beheren. Landgoed Ennemaborg, het Zuidlaardermeer en het natuurgebied bij Bourtange. Deze kuddes worden door Het Groninger Landschap beheerd en gecontroleerd. In dit artikel zal het veelbesproken Oostvaardersplassen niet ter sprake komen, want daarmee zijn er weinig overeenkomsten te vinden. Konikpaarden in Groningen doen het goed. Het zijn ware kampioenen!
Bourtange; een bijzonder vestigingsdorpje
In het noorden van Nederland, in Zuidoost Groningen, vlak aan de grens met Duitsland, ligt het beroemde vestigingsdorpje Bourtange. Velen van jullie kennen dit dorpje misschien van naam of uit geschiedenisboeken. Bourtange is één van de mooiste vestigingsdorpjes die Nederland heeft en is geheel in de stijl van de 18e eeuw gerestaureerd. Het trekt per jaar vele bezoekers uit zowel het binnen- als buitenland.
Om het dorp heen liggen een paar grote uitgestrekte natuurgebieden. Het Groninger Landschap beheert het natuurgebied dat ten oosten van Bourtange ligt en precies tot aan de grens met Duitsland loopt. De begrazing wordt hier gedaan door Konikpaarden en landgeiten.
Mooi uitzicht
Al jaren rijd ik een paar keer per week over de Bisschopsweg (N365) naar Duitsland. Vlak voor de grensovergang ligt het natuurgebied zowel links als rechts van de weg. Je ziet bijna altijd wel de kudde Konikpaarden op de grote vlakte staan, dichtbij of héél ver weg aan de horizon. Soms staan ze zo dicht langs de weg dat je ze zou kunnen aanraken als je een beetje gewaagd uit je autoraam zou hangen. (Dit is overigens niet aan te raden want er staan ook veel dikke bomen.) Wat ik er maar mee bedoel te zeggen: de Konikpaarden hebben hier meer dan genoeg ruimte. Zoals beloofd: over het veelbesproken O-gebied zullen we het hier niet hebben. Toch kan ik het even niet laten: deze kudde verdient namelijk (wel) een kampioenslintje.
Beheer en heers
Maar aan wie gaan we dit lintje uitdelen en nog eens even om wat meer informatie vragen, voor de nodige verdieping van onze paardenkennis? Ik ontmoet een tijdje later Silvan Puijman van Het Groninger Landschap, die mij graag te woord staat. Maar eerst een stukje geschiedenis en daarna over het beheer en de zekere of onzekere toekomst.
Konikpaarden: nieuw in Nederland!
In de jaren tachtig werden de Konikpaarden naar Nederland gehaald om te dienen als beheersinstrument voor stukken natuurgebied. Er was een ommezwaai ontstaan in de kijk op natuurgebieden. Recreatieve bossen die her en der na de Tweede Wereldoorlog waren aangeplant, waren tot die tijd recht toe en recht aan en er zat weinig leven en variatie in de brouwerij. Bossen werden zelfs netjes gehouden door omgewaaide bomen af te voeren en onderhoud te plegen op de vierkante meter. De bossen en de natuurgebieden waren hierdoor te saai voor recreanten en oninteressant voor ecologen en biologen.
“Dat kan ook anders”, hebben Hans Eric van der Lans (een Nederlands bioloog, natuurbeschermer en bosbouwer) en een paar anderen toen bedacht. De Stichting Kritisch Bosbeheer werd in 1977 opgericht om een nieuwe kijk op ecologisch bosbeheer in Nederland te stimuleren.
Gevarieerde bossen creëren door verschillende boomsoorten van verschillende leeftijden te planten en natuurlijke processen zoals begrazing, afbraak door schimmels en successie werd het nieuwe gedachtegoed.
Runderrassen (o.a. ecolanders), geiten- en schapenrassen werden voor de begrazing gebruikt en de eerste Konikpaarden arriveerden niet veel later uit Polen. Er werd gekozen voor dit ras vanwege de robuustheid en de zelfredzaamheid. Het Konikpaard met zijn goede imago deed het prima en algauw werd dit ras voor meer natuurgebieden in Nederland ingezet.
Begrazing creëert variatie in landschap
Begrazing door grote grazers zoals runderen, paarden en geiten, lijkt de natuur te beperken maar niets is minder waar. Doordat grazers rondlopen en ook hun voorkeursplekken hebben om te eten en te loungen, geeft dit proces juist een stimulans aan de natuur om gevarieerder te worden. Struwelen ontstaan door selectieve begrazing. Struwelen zijn struiken van 1 tot 5 meter hoog waarbinnen dan weer jonge bomen de kans krijgen om te groeien omdat het vee er niet meer bij kan. Een landschap van vlaktes, struiken en bomen ontstaat zoals het oorspronkelijk op de betreffende grondsoort aanwezig was, voordat de mens er een keurige lappendeken van weilanden, sloten, akkers en productiebossen van maakte. Variatie in landschap, flora en fauna is weer aantrekkelijk voor recreatie en de nodige balans in ons dichtbevolkte land.
Een kleine kwaliteits-kudde
De kudde in Bourtange bestaat momenteel uit 18 volwassen paarden en drie veulens. Een graasdruk van 1:5 wordt gehanteerd: dat wil zeggen het uitgangspunt is 20 volwassen paarden op 100 hectare grond.
Konikpaarden versus Fjordenpaarden
In het verleden heb ik fjordenmerries gehad die in de kudde van het Fochteloeërveen bij Assen liepen. Deze kuddes bestonden (en bestaan elders nog steeds) altijd uit een x-aantal merries en 1 hengst die alle merries drachtige buiken bezorgde. De kuddes van het Fjordenstamboek werden beheerd en beperkt door ieder jaar de veulens na een half jaar af te spenen en uit de kudde weg te halen. Daarna werden zij verkocht aan particulieren of opfokkers. Er was en is voldoende interesse voor de aankoop van deze veulens want de hengsten die op vakantie mochten in het natuurgebied, waren altijd goedgekeurde hengsten van het Fjordenpaarden Stamboek en de Stichting Hengstenfonds.
Konikpaarden zijn niet te koop voor particulieren
Silvan Puijman leert mij dat het bij de Konikpaarden anders gaat.
“De hengsten en merries lopen door elkaar en elke twee jaar bekijken we de kudde nauwkeurig. Er vindt dan een uitwisseling plaats voor wat betreft de twenters met andere partijen zoals andere kuddes in Nederland en het buitenland. We kijken tevens naar de conditie van de paarden en ruilen soms paarden die het wellicht elders beter doen”.
De Konikpaarden komen dus niet op de markt voor particulieren. Het zijn en blijven “wilde paarden”, ondanks het feit ze in andere landen zoals Letland en Etsland wel degelijk als rij- en menponies worden gebruikt.
Dagelijks toezicht
Silvan vertelt mij tevens over intensieve, dagelijkse controle door medewerkers van Het Groninger Landschap en vrijwilligers. Onvoorziene omstandigheden worden onmiddellijk opgemerkt, zoals onlangs een trieste gebeurtenis waarbij een veulen verdronk. Of een helaas iets vaker voorkomend probleem: wandelaars die zich niet aan de regels van het gebied houden. Konikpaarden zullen een sappige appeltje wellicht niet afslaan, toch is het geen goed idee om de paarden uit de hand te voeren. De gevolgen hiervan beseft een goedbedoelde wandelaar misschien niet. Maar het verwende paardje in kwestie, met een olifantsgeheugen qua lekkernijen, zal de volgende dag wandelaars staan opwachten en er niet alleen met een appel maar met hun hele rugzak vandoor gaan.
De verzorging van de paarden beperkt zich dus uitsluitend tot controle en inspelen op situaties. De paarden worden niet bekapt of ontwormd. Dit laatste is alleen het geval wanneer er een worminfectie is vastgesteld. Bekappen is niet nodig omdat de ondergrond hard is en er grote stenen liggen waarmee de paarden vaak zelf hun hoefjes bijvijlen.
Bijvoeren indien noodzakelijk
In barre tijden wordt de kudde bijgevoerd door de beheerders. Waarvan akte.
Migratie-beleid
Terugkomend op de uitwisseling om de kudde te beheren, inteelt te voorkomen en de kwaliteit hoog te houden, meldt Silvan mij nog het volgende.
“Bij het transport van Konikpaarden naar andere gebieden is er altijd een intermediair aanwezig. Hengsten worden vaker gewisseld en hebben soms een grote reis te maken van of naar bijvoorbeeld Letland, Etsland of Spanje. Dit gebeurt dus onder toezicht en het is zowel voor ons als voor Het Wereld Natuurfonds belangrijk dat dit netjes en op een verantwoordelijke wijze gebeurd.”
Een onzekere of zekere toekomst?
En nu een lastige vraag. Hoe gaat de toekomst eruit zien voor de Konikpaarden in Bourtange? Blijven zij kampioen en een goed voorbeeld hoe het ook kan, of staan er straks een honderdtal grote grazers meer in het gebied, doordat de kwaliteit van de dieren vanzelfsprekend leidt tot grotere aantallen? Een natuurgebied is bovendien niet statisch en of het nu natter of juist droger wordt, is tenslotte moeilijk te voorspellen.
Silvan weet mij gerust te stellen door te vertellen dat het gebied en de Konikpaarden nu in ieder geval in een goede balans zijn. Natuurbeheerders proberen vooral in te spelen op continue veranderende situaties en wisselen veel informatie met elkaar uit. Het Groninger Landschap was de eerste organisatie die ooit begon met de Konikpaarden en het is dan ook erg belangrijk voor hen om de vaandel hoog te houden.
Cadeautje van de natuur
En soms krijg je zelfs een cadeautje van de natuur. Het beschermde plantje de “Parnassia” kwam zomaar op de vlaktes bij Bourtange. Vermoedelijk als zaadjes meegekomen in de vacht van een Konikpaardje dat uit het natuurgebied Lauwersmeer kwam. Een klein wondertje en zeer welkom als bijzondere vegetatie.
Dat maakt weer een hoop goed, want de strijd tegen Jacobs Kruiskruid is ook hier in volle gang. Machinaal en handmatig probeert men met man en macht het beruchte kruid op de vlaktes in toom te houden. Ik zou bijna voorstellen om de kanonnen van Bourtange in te zetten bij deze strijd. Die schieten er tijdens de vele Middeleeuwse festivals en evenementen in Bourtange altijd flink op los. Als de Konikpaarden dan maar niet geraakt worden. De kudde straalt zoveel rust uit dat het een lust is voor het oog. Bovendien horen zij inmiddels bij Bourtange en het landschap. Ze zijn zeker een bezoek waard om eens te komen bekijken als je toch toevallig ‘Middeleeuws Bourtange’ bezoekt.
Kritische opmerking
Is er nog een kritische noot van ondergetekende over de kudde Konikpaarden? Nee, eigenlijk niet. Of misschien toch wel: zou het mogelijk zijn dat alle Stichtingen, Verenigingen, beheerders en betrokken vrijwilligers om de tafel gaan zitten en een gedragscode-dossier opstellen ten aanzien van het houden van paarden als beheersinstrument voor natuurgebieden? Dat zou mooi zijn voor alle kuddes als er eenzelfde beleid wordt gehanteerd zodat er geen maatschappelijke onrust meer ontstaat over kuddes die uit hun gebied barsten, met alle problemen van dien.
En nog een bezorgde vraag: wat gaan we doen met het probleem als de hongerige wolven de grens oversteken en verse veulentjes op hun menukaart wel zien zitten? Wordt dit door natuurorganisaties toegelaten zodat deze natuurlijke predatoren een rol gaan spelen?
In het boek van Margriet Markerink “Wilde Paarden Koniks in Nederland”, lees ik hierover een verslag van Jan van der Veen. In Letland hebben de grotere kuddes Konikpaarden namelijk wel degelijk met de wolf als natuurlijke predator te maken. De kuddes doen het echter goed en het effect dat de grotere roofdieren en de grazers in het gebied op elkaar hebben, lijkt positief te zijn. Het lijkt mij echter geen prettig gezicht als ik aan het wandelen ben in het gebied en de restanten van een Konikveulen vind of een grote Wolf tegenkom, die net lekker ligt uit te buiken.
Conclusie en tip voor een dagje uit:
Gelukkig geldt dit probleem (nog?) niet in Nederland. De mens als beheerder van een kudde is toch de beste optie om welzijn voor de kudde èn de balans in het natuurgebied te garanderen.
Kom gerust eens kijken in de natuurgebieden van Het Groninger Landschap. Hou je alsjeblieft wel aan de regels zoals deze worden aangegeven op grote borden bij de sluishekjes van het natuurgebied. De Konikpaarden zijn de moeite waard om op afstand te bewonderen. Ik hoop in ieder geval dat ze er hier nog vele jaren zullen leven en de kudde een goed voorbeeld blijft van hoe het dus ook kan zijn.
Kudde kampioen: Konikpaarden te Bourtange
In Groningen zijn er drie natuurgebieden waar Konikpaarden en andere grote grazers lopen om de natuur te beheren. Landgoed Ennemaborg, het Zuidlaardermeer en het natuurgebied bij Bourtange. Deze kuddes worden door Het Groninger Landschap beheerd en gecontroleerd. In dit artikel zal het veelbesproken Oostvaardersplassen niet ter sprake komen, want daarmee zijn er weinig overeenkomsten te vinden. Konikpaarden in Groningen doen het goed. Het zijn ware kampioenen!
Bourtange; een bijzonder vestigingsdorpje
In het noorden van Nederland, in Zuidoost Groningen, vlak aan de grens met Duitsland, ligt het beroemde vestigingsdorpje Bourtange. Velen van jullie kennen dit dorpje misschien van naam of uit geschiedenisboeken. Bourtange is één van de mooiste vestigingsdorpjes die Nederland heeft en is geheel in de stijl van de 18e eeuw gerestaureerd. Het trekt per jaar vele bezoekers uit zowel het binnen- als buitenland.
Om het dorp heen liggen een paar grote uitgestrekte natuurgebieden. Het Groninger Landschap beheert het natuurgebied dat ten oosten van Bourtange ligt en precies tot aan de grens met Duitsland loopt. De begrazing wordt hier gedaan door Konikpaarden en landgeiten.
Mooi uitzicht
Al jaren rijd ik een paar keer per week over de Bisschopsweg (N365) naar Duitsland. Vlak voor de grensovergang ligt het natuurgebied zowel links als rechts van de weg. Je ziet bijna altijd wel de kudde Konikpaarden op de grote vlakte staan, dichtbij of héél ver weg aan de horizon. Soms staan ze zo dicht langs de weg dat je ze zou kunnen aanraken als je een beetje gewaagd uit je autoraam zou hangen. (Dit is overigens niet aan te raden want er staan ook veel dikke bomen.) Wat ik er maar mee bedoel te zeggen: de Konikpaarden hebben hier meer dan genoeg ruimte. Zoals beloofd: over het veelbesproken O-gebied zullen we het hier niet hebben. Toch kan ik het even niet laten: deze kudde verdient namelijk (wel) een kampioenslintje.
Beheer en heers
Maar aan wie gaan we dit lintje uitdelen en nog eens even om wat meer informatie vragen, voor de nodige verdieping van onze paardenkennis? Ik ontmoet een tijdje later Silvan Puijman van Het Groninger Landschap, die mij graag te woord staat. Maar eerst een stukje geschiedenis en daarna over het beheer en de zekere of onzekere toekomst.
Konikpaarden: nieuw in Nederland!
In de jaren tachtig werden de Konikpaarden naar Nederland gehaald om te dienen als beheersinstrument voor stukken natuurgebied. Er was een ommezwaai ontstaan in de kijk op natuurgebieden. Recreatieve bossen die her en der na de Tweede Wereldoorlog waren aangeplant, waren tot die tijd recht toe en recht aan en er zat weinig leven en variatie in de brouwerij. Bossen werden zelfs netjes gehouden door omgewaaide bomen af te voeren en onderhoud te plegen op de vierkante meter. De bossen en de natuurgebieden waren hierdoor te saai voor recreanten en oninteressant voor ecologen en biologen.
“Dat kan ook anders”, hebben Hans Eric van der Lans (een Nederlands bioloog, natuurbeschermer en bosbouwer) en een paar anderen toen bedacht. De Stichting Kritisch Bosbeheer werd in 1977 opgericht om een nieuwe kijk op ecologisch bosbeheer in Nederland te stimuleren.
Gevarieerde bossen creëren door verschillende boomsoorten van verschillende leeftijden te planten en natuurlijke processen zoals begrazing, afbraak door schimmels en successie werd het nieuwe gedachtegoed.
Runderrassen (o.a. ecolanders), geiten- en schapenrassen werden voor de begrazing gebruikt en de eerste Konikpaarden arriveerden niet veel later uit Polen. Er werd gekozen voor dit ras vanwege de robuustheid en de zelfredzaamheid. Het Konikpaard met zijn goede imago deed het prima en algauw werd dit ras voor meer natuurgebieden in Nederland ingezet.
Begrazing creëert variatie in landschap
Begrazing door grote grazers zoals runderen, paarden en geiten, lijkt de natuur te beperken maar niets is minder waar. Doordat grazers rondlopen en ook hun voorkeursplekken hebben om te eten en te loungen, geeft dit proces juist een stimulans aan de natuur om gevarieerder te worden. Struwelen ontstaan door selectieve begrazing. Struwelen zijn struiken van 1 tot 5 meter hoog waarbinnen dan weer jonge bomen de kans krijgen om te groeien omdat het vee er niet meer bij kan. Een landschap van vlaktes, struiken en bomen ontstaat zoals het oorspronkelijk op de betreffende grondsoort aanwezig was, voordat de mens er een keurige lappendeken van weilanden, sloten, akkers en productiebossen van maakte. Variatie in landschap, flora en fauna is weer aantrekkelijk voor recreatie en de nodige balans in ons dichtbevolkte land.
Een kleine kwaliteits-kudde
De kudde in Bourtange bestaat momenteel uit 18 volwassen paarden en drie veulens. Een graasdruk van 1:5 wordt gehanteerd: dat wil zeggen het uitgangspunt is 20 volwassen paarden op 100 hectare grond.
Konikpaarden versus Fjordenpaarden
In het verleden heb ik fjordenmerries gehad die in de kudde van het Fochteloeërveen bij Assen liepen. Deze kuddes bestonden (en bestaan elders nog steeds) altijd uit een x-aantal merries en 1 hengst die alle merries drachtige buiken bezorgde. De kuddes van het Fjordenstamboek werden beheerd en beperkt door ieder jaar de veulens na een half jaar af te spenen en uit de kudde weg te halen. Daarna werden zij verkocht aan particulieren of opfokkers. Er was en is voldoende interesse voor de aankoop van deze veulens want de hengsten die op vakantie mochten in het natuurgebied, waren altijd goedgekeurde hengsten van het Fjordenpaarden Stamboek en de Stichting Hengstenfonds.
Konikpaarden zijn niet te koop voor particulieren
Silvan Puijman leert mij dat het bij de Konikpaarden anders gaat.
“De hengsten en merries lopen door elkaar en elke twee jaar bekijken we de kudde nauwkeurig. Er vindt dan een uitwisseling plaats voor wat betreft de twenters met andere partijen zoals andere kuddes in Nederland en het buitenland. We kijken tevens naar de conditie van de paarden en ruilen soms paarden die het wellicht elders beter doen”.
De Konikpaarden komen dus niet op de markt voor particulieren. Het zijn en blijven “wilde paarden”, ondanks het feit ze in andere landen zoals Letland en Etsland wel degelijk als rij- en menponies worden gebruikt.
Dagelijks toezicht
Silvan vertelt mij tevens over intensieve, dagelijkse controle door medewerkers van Het Groninger Landschap en vrijwilligers. Onvoorziene omstandigheden worden onmiddellijk opgemerkt, zoals onlangs een trieste gebeurtenis waarbij een veulen verdronk. Of een helaas iets vaker voorkomend probleem: wandelaars die zich niet aan de regels van het gebied houden. Konikpaarden zullen een sappige appeltje wellicht niet afslaan, toch is het geen goed idee om de paarden uit de hand te voeren. De gevolgen hiervan beseft een goedbedoelde wandelaar misschien niet. Maar het verwende paardje in kwestie, met een olifantsgeheugen qua lekkernijen, zal de volgende dag wandelaars staan opwachten en er niet alleen met een appel maar met hun hele rugzak vandoor gaan.
De verzorging van de paarden beperkt zich dus uitsluitend tot controle en inspelen op situaties. De paarden worden niet bekapt of ontwormd. Dit laatste is alleen het geval wanneer er een worminfectie is vastgesteld. Bekappen is niet nodig omdat de ondergrond hard is en er grote stenen liggen waarmee de paarden vaak zelf hun hoefjes bijvijlen.
Bijvoeren indien noodzakelijk
In barre tijden wordt de kudde bijgevoerd door de beheerders. Waarvan akte.
Migratie-beleid
Terugkomend op de uitwisseling om de kudde te beheren, inteelt te voorkomen en de kwaliteit hoog te houden, meldt Silvan mij nog het volgende.
“Bij het transport van Konikpaarden naar andere gebieden is er altijd een intermediair aanwezig. Hengsten worden vaker gewisseld en hebben soms een grote reis te maken van of naar bijvoorbeeld Letland, Etsland of Spanje. Dit gebeurt dus onder toezicht en het is zowel voor ons als voor Het Wereld Natuurfonds belangrijk dat dit netjes en op een verantwoordelijke wijze gebeurd.”
Een onzekere of zekere toekomst?
En nu een lastige vraag. Hoe gaat de toekomst eruit zien voor de Konikpaarden in Bourtange? Blijven zij kampioen en een goed voorbeeld hoe het ook kan, of staan er straks een honderdtal grote grazers meer in het gebied, doordat de kwaliteit van de dieren vanzelfsprekend leidt tot grotere aantallen? Een natuurgebied is bovendien niet statisch en of het nu natter of juist droger wordt, is tenslotte moeilijk te voorspellen.
Silvan weet mij gerust te stellen door te vertellen dat het gebied en de Konikpaarden nu in ieder geval in een goede balans zijn. Natuurbeheerders proberen vooral in te spelen op continue veranderende situaties en wisselen veel informatie met elkaar uit. Het Groninger Landschap was de eerste organisatie die ooit begon met de Konikpaarden en het is dan ook erg belangrijk voor hen om de vaandel hoog te houden.
Cadeautje van de natuur
En soms krijg je zelfs een cadeautje van de natuur. Het beschermde plantje de “Parnassia” kwam zomaar op de vlaktes bij Bourtange. Vermoedelijk als zaadjes meegekomen in de vacht van een Konikpaardje dat uit het natuurgebied Lauwersmeer kwam. Een klein wondertje en zeer welkom als bijzondere vegetatie.
Dat maakt weer een hoop goed, want de strijd tegen Jacobs Kruiskruid is ook hier in volle gang. Machinaal en handmatig probeert men met man en macht het beruchte kruid op de vlaktes in toom te houden. Ik zou bijna voorstellen om de kanonnen van Bourtange in te zetten bij deze strijd. Die schieten er tijdens de vele Middeleeuwse festivals en evenementen in Bourtange altijd flink op los. Als de Konikpaarden dan maar niet geraakt worden. De kudde straalt zoveel rust uit dat het een lust is voor het oog. Bovendien horen zij inmiddels bij Bourtange en het landschap. Ze zijn zeker een bezoek waard om eens te komen bekijken als je toch toevallig ‘Middeleeuws Bourtange’ bezoekt.
Kritische opmerking
Is er nog een kritische noot van ondergetekende over de kudde Konikpaarden? Nee, eigenlijk niet. Of misschien toch wel: zou het mogelijk zijn dat alle Stichtingen, Verenigingen, beheerders en betrokken vrijwilligers om de tafel gaan zitten en een gedragscode-dossier opstellen ten aanzien van het houden van paarden als beheersinstrument voor natuurgebieden? Dat zou mooi zijn voor alle kuddes als er eenzelfde beleid wordt gehanteerd zodat er geen maatschappelijke onrust meer ontstaat over kuddes die uit hun gebied barsten, met alle problemen van dien.
En nog een bezorgde vraag: wat gaan we doen met het probleem als de hongerige wolven de grens oversteken en verse veulentjes op hun menukaart wel zien zitten? Wordt dit door natuurorganisaties toegelaten zodat deze natuurlijke predatoren een rol gaan spelen?
In het boek van Margriet Markerink “Wilde Paarden Koniks in Nederland”, lees ik hierover een verslag van Jan van der Veen. In Letland hebben de grotere kuddes Konikpaarden namelijk wel degelijk met de wolf als natuurlijke predator te maken. De kuddes doen het echter goed en het effect dat de grotere roofdieren en de grazers in het gebied op elkaar hebben, lijkt positief te zijn. Het lijkt mij echter geen prettig gezicht als ik aan het wandelen ben in het gebied en de restanten van een Konikveulen vind of een grote Wolf tegenkom, die net lekker ligt uit te buiken.
Conclusie en tip voor een dagje uit:
Gelukkig geldt dit probleem (nog?) niet in Nederland. De mens als beheerder van een kudde is toch de beste optie om welzijn voor de kudde èn de balans in het natuurgebied te garanderen.
Kom gerust eens kijken in de natuurgebieden van Het Groninger Landschap. Hou je alsjeblieft wel aan de regels zoals deze worden aangegeven op grote borden bij de sluishekjes van het natuurgebied. De Konikpaarden zijn de moeite waard om op afstand te bewonderen. Ik hoop in ieder geval dat ze er hier nog vele jaren zullen leven en de kudde een goed voorbeeld blijft van hoe het dus ook kan zijn.
Proudly powered by Weebly